Geïntegreerd en gebiedsgericht

Scheldemeersen Avelgem

In 2021 werd gefocust op: 

  • intergemeentelijke en regionale visievorming en projecten 
  • lokale visievorming en planning

 

Intergemeentelijke en regionale visievorming en projecten 

Lokale visievorming en planning

Intergemeentelijke en regionale visievorming en projecten

Intergemeentelijk ruimtelijk beleidsplan 

In 2021 rondde Leiedal het pilootproject intergemeentelijk ruimtelijk beleidsplan in het kader van de oproep pilootprojecten Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) af. In dit project onderzocht Leiedal hoe de regiovisie verder kon verankerd worden. Dit resulteerde in een model van intergemeentelijke beleidsplanning. Op die manier blijft de ruimtelijke transformatie bekeken vanuit de regionale bril, maar is er ook ruimte voor de specifieke lokale situatie binnen iedere gemeente. Zo kan een lokaal bestuur ook haar eigen tempo binnen de ruimtelijke beleidsplanning bepalen. De regiovisie werd vertaald naar een intergemeentelijke strategische visie die door alle steden en gemeenten uit de regio zal worden gebruikt als basis voor hun eigen gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan.  

Strategisch project Contrei, samenwerken aan een regio in transitie 

Het strategisch project Contrei of de ‘geïntegreerde gebiedsontwikkeling voor de regio van Leie en Schelde’ kadert binnen de tiende oproep van de Vlaamse overheid naar strategische projecten. Gedurende het driejarige traject wil Leiedal in nauw overleg met de Vlaamse overheid en de provincie West-Vlaanderen de geïntegreerde gebiedsontwikkeling operationaliseren door zowel in te zetten op inhoud als op procesvoering. Concreet omvatten de werkzaamheden van het projectteam de opvolging, ondersteuning en uitwerking van de lopende regionale acties met doorstart die zijn opgenomen in de interbestuurlijke samenwerkingsovereenkomst  (www.leiedal.be/interbestuurlijkesamenwerking):  

ENES, activerings- en herstructureringsstrategie voor (watergebonden) bedrijvigheid in de regio 

Leiedal volgde in 2021 de oprichting van een Economisch Netwerk Seine-Schelde (ENES) mee op in het kader van het strategisch project Contrei. De Vlaamse Waterweg werkt in samenwerking met vele partners aan een strategie om (watergebonden) bedrijfssites te activeren en te herstructureren en om een bijkomend aanbod te integreren. Alle partijen hebben daar in de zomer een intentieverklaring voor goedgekeurd waarin het doel en de werking van het traject zijn bepaald. Ook Leiedal zal zich engageren binnen ENES. Op korte termijn wordt de optimalisatie van het bestaande aanbod beoogd. De ruimere ambitie is een algemene herstructurering van watergebonden bedrijvigheid langs de Leie, het kanaal Roeselare-Leie, het kanaal Bossuit-Kortrijk en de Schelde. Dit gebeurt onder meer door infrastructurele of economische knelpunten en bottlenecks weg te werken, het opzetten van een informatie- en uitwisselingsplatform voor de voorbereiding en realisatie van het Seine-Scheldeproject in onze regio, het optimaliseren van watergebonden bedrijventerreinen binnen het werkingsgebied van ENES (hiervoor werd reeds een tool ontwikkeld) en het stimuleren en ondersteunen van initiatieven rond watergebonden transport en innovatie. De partners willen ook werk maken van het capteren van allerlei opportuniteiten, signalen en ontwikkelingen uit de bedrijfswereld. 

Onderzoek en visievorming kleinhandel in de regio en omgeving 

Voor de uitwerking van de krachtlijn ‘versterken van kernen en stedelijk netwerk’ in de regiovisie gaat Leiedal voor een kernversterkend handelsbeleid met het oog op het creëren van een kleiner maar kwalitatiever aanbod. In 2019 analyseerde Leiedal de bestaande toestand met betrekking tot detailhandel grondig en benoemde ze daarbij ook de trends. Dit heeft in 2020 geleid tot een aanzet van algemene aanbevelingen en concrete bouwstenen, die vervolgens in 2021 werd uitgewerkt tot een aanzet van regionale strategie detailhandel voor Zuid-West-Vlaanderen. Op basis van voortschrijdend onderzoek en overleg werd vervolgens beslist om verder te werken op 3 sporen: 

  • De opmaak van een regionale kaart detailhandel: In het voorjaar 2021 werd de regionale strategie vertaald in een regionale kaart. Hierbij werden de bouwstenen concreet toegepast op de regio Zuid-West-Vlaanderen. 
  • Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering van kleinhandelslinten: Aan de hand van ontwerpend onderzoek werd bekeken hoe de ruimtelijke kwaliteit van detailhandelszones kan worden geoptimaliseerd. Dit resulteerde in een lijst van ruimtelijke kwaliteitsprincipes voor zowel individuele handelspanden en handelsclusters. 
  • Ondersteuning bij detailhandelsbeleid van gemeenten: Er werd in 2021 aan verschillende lokale besturen ondersteuning geboden bij het adviseren van concrete dossiers in overleg met OC West.   

Vervoerregio Zuid-West-Vlaanderen 

In 2021 werd binnen de vervoerregio volop gewerkt aan de opmaak van een regionaal mobiliteitsplan. De focus lag enerzijds op het operationaliseren van het eerder goedgekeurde regionale openbaarvervoerplan. Daartoe werd het netwerk van Hoppinpunten - als belangrijke knooppunten binnen het vervoer op maat – verder uitgewerkt. Hierbij bracht Leiedal zowel de ervaringen met deelmobiliteit uit het SHARE-North-project (Interreg NSR) in, als de kennis rond tijdelijke mobipunt-infrastructuur, gegenereerd in het TRIPOD II (Interreg Fra-Wall-Vla).  

Anderzijds werd binnen de vervoerregio gewerkt aan de mobiliteitsvisie voor de toekomst. Daarbij werd nauw afgestemd met de doelstellingen en ambities zoals die geformuleerd zijnin verschillende regionale visies en projecten zoals Contrei, de onthardingsstrategie … 

Gewestelijk RUP K-R8, inclusief ontwerpend onderzoek in functie van het ruimtelijke ontwikkelingskader voor Hoog Kortrijk 

Het GRUP K-R8 beoogt het verbeteren van de leefbaarheid van de omgeving van Hoog Kortrijk en Kortrijk-Oost. Voor deze centrale plandoelstelling is een geïntegreerde aanpak noodzakelijk: infrastructuur, mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen dienen op elkaar te worden afgestemd. Departement Omgeving is opdrachthouder voor de opmaak van het GRUP K-R8 en de coördinator van het strategisch project Contrei (Leiedal) maakt deel uit van het (kern)planteam.  

In het voorjaar van 2021 werd de verfijnde startnota afgewerkt en werd het document ruim gecommuniceerd en toegelicht aan betrokken burgers, bedrijven, organisaties en adviserende besturen tijdens de publieke inspraakperiode. Vanuit het strategisch project Contrei gaf Leiedal mee input tijdens de overlegmomenten en ondersteuning bij de update van de website, de verspreiding van nieuwsbrieven, het opzetten van een wandeling doorheen het projectgebied aan de hand van zowel een fysieke als een digitale informatieve wandelkaart, socialemediaberichten … In het najaar verwerkte het (kern)planteam alle reacties tot een antwoordnota, die bij de scopingnota zal worden gevoegd. De 

oplevering van de scopingnota wordt verwacht in maart 2022. 

Leiedal bood zich ook aan als centraal verdeel- en inzamelpunt voor de luchtkwaliteitsmetingen die gedurende 15 maanden worden opgezet in kader van het GRUP K-R8. De tweewekelijkse metingen gingen van start in november 2021. 

Er werden ook belangrijke stappen gezet voor de opmaak van een masterplan voor Hoog Kortrijk, dat deel uitmaakt van het plangebied van het GRUP K-R8. Met dit plan wil de stad Kortrijk een robuust kader met ruimtelijke principes garanderen om zo ruimtelijke ontwikkelingen op Hoog Kortrijk op een strategische manier te kunnen (bij)sturen. Het ruimtelijk ontwikkelingskader gaat uit van vier ambities, met name: inzetten op multimodale ontsluiting, slim en kwalitatief verdichten, uitwerken van een robuuste groene drager en het geïntegreerd aanpakken van de weginfrastructuur. De bedoeling is om deze ambities geïntegreerd aan te pakken om zo de ontwikkelingspotenties van de verschillende deelzones op Hoog Kortrijk te bepalen. Gezien het belang van afstemming met het GRUP K-R8, werkte de stad Kortrijk hiervoor nauw samen met de projectcoördinator van het strategisch project (Leiedal).  

Complex project voor de opwaardering van het Kanaal Bossuit-Kortrijk 

Het complex project ‘Opwaardering en/of aanpassing van het Kanaal Bossuit-Kortrijk voor schepen klasse Va’ moeten gezien worden binnen het Seine-Scheldeproject dat de realisatie beoogt van een binnenvaartverbinding op groot gabarit tussen het Seine- en het Scheldebekken. De projectdoelstellingen zijn de verruiming van het kanaal over de volledige lengte, de aansluiting op de Leie in Kortrijk, de bouw van een nieuwe sluis en de ontwikkeling van een regionaal overslagcentrum. Daarnaast onderzoekt het complex project KBK ook de bijkomende potenties voor watergebonden bedrijvigheid langs het kanaal. 

De Vlaamse Waterweg trekt dit project. Conform het procesverloop van complexe projecten zijn ook een ambtelijke werkgroep en een stuurgroep actief. Leiedal en de projectcoördinator van het strategisch project Contrei zijn betrokken in beide overlegplatformen.  

Eind 2020 werd de onderzoeksfase van het project afgerond, met de oplevering van 29 onderzoeksrapporten en de synthesenota opgeleverd. Zowel Leiedal als het projectteam Contrei volgden de onderzoeksfase nauwgezet op. Ze ondersteunden de lokale besturen bij de uitwerking van een gedragen regionaal standpunt via goedkeuring op de Conferentie van Burgemeesters en de RegioRaad. Op basis van de onderzoeksresultaten en breed overleg werd in het voorjaar 2021 een voorstel van voorkeursoplossing uitgewerkt. Dit voorstel werd formeel opgenomen in het zogenaamde ‘voorontwerp voorkeursbesluit’. Op 19 maart 2021 nam de Vlaamse Regering akte van het ontwerp 

geïntegreerd onderzoek en het voorontwerp voorkeursbesluit. Hiermee werd de formele procedure opgestart, namelijk de adviesvraag aan alle adviserende instanties op Vlaams, provinciaal en lokaal niveau. 

Gebiedsgerichte uitwerking van de regionale ontwikkelingspool omgeving luchthaven Kortrijk-Wevelgem 

De omgeving van de Internationale Luchthaven Kortrijk-Wevelgem is een van de vijf regionale ontwikkelingspolen in de regiovisie. De toekomstige potenties werden in 2021 ruimtelijk vertaald op basis van ontwerpend onderzoek door het ontwerpteam Blauwdruk/LAMA, aangesteld door het Departement Omgeving. Het departement wil met een inspiratiedocument een constructieve dialoog tot stand brengen tussen de diverse actoren, om zo te komen tot een gedragen toekomstvisie voor het gebied. 

Geïntegreerde aanpak Leievallei 

In 2021 stonden binnen de geïntegreerde aanpak van de Leievallei vooral het Rivierherstel en de Gebiedsdeal Blue Deal centraal. Voor wat het Rivierherstel Leievallei betreft zorgde een beslissing van de Vlaamse Regering voor een vernieuwde dynamiek: er zal door de bevoegde instanties (Agentschap Natuur en Bos, De Vlaamse Landmaatschappij, De Vlaamse Waterweg, Departement Omgeving) en met medewerking van een intendant actief gewerkt worden aan de versnelde realisatie van de beoogde 500 ha natte terrestrische natuur in 15 deelgebieden. Beide gouverneurs van West- en Oost-Vlaanderen werden als intendant aangesteld. Om de nodige bestemmingswijzigingen door te voeren wordt de opmaak het Gewestelijk RUP Bavikhove-Deinze opgestart. In het najaar van 2021 vonden de eerste overlegmomenten hierover plaats. Ook Leiedal en de coördinator van het strategisch project Contrei zijn hierbij betrokken via het actorenoverleg.   

De Leievallei Wervik-Deinze strekt zich uit over twee provincies en omvat meer gemeenten dan deze vertegenwoordigd in het Interbestuurlijk Overleg (IBO) Zuid-West-Vlaanderen, waardoor een verruimde beleidsgroep al langer werd overwogen. De oefening om deze piste vorm te geven vertaalde zich in een traject dat mikt op een kandidaatstelling in het kader van de ‘Gebiedsdeal Blue Deal’ van het Departement Omgeving. Daarom werd in 2021 gewerkt aan de oprichting van een gebiedscoalitie die zich op korte termijn kandidaat kan stellen voor deze opportuniteit, en die mogelijk op langere termijn meer structureel kan samenwerken rond een geïntegreerd programma voor de Leievallei. De Vlaamse overheid, de provincies West- en Oost-Vlaanderen, de intercommunales Leiedal, WVI en Veneco en de betrokken lokale besturen werkten samen aan deze oefening. Intercommunale Leiedal heeft een voorstel van samenwerkingsprotocol opgemaakt dat werd toegelicht en voorgelegd aan de betrokken gemeenten en provincies. 

Interbestuurlijk Overleg (IBO) Zuid-West-Vlaanderen 

De werking van het projectteam Contrei kadert binnen de interbestuurlijke overlegstructuur die is opgezet met het oog op coördinatie en onderlinge afstemming tussen de regionale acties. De nadruk ligt op:  

  • een geïntegreerde benadering in plaats van een sectorale; 
  • een verbindende houding tussen lokale en bovenlokale besturen; 
  • kwaliteit in plaats van kwantiteit. 

Het interbestuurlijk overleg Zuid-West-Vlaanderen bestaat uit de betrokken besturen op lokaal, provinciaal en Vlaams niveau. Het overleg staat in voor de bestuurlijke (politieke), beleidsmatige afstemming van de regionale acties en bereidt de (inter)bestuurlijke besluitvorming voor. De voorbereiding van het IBO wordt opgenomen door het projectteam Contrei. Dit team bestaat uit vertegenwoordigers van het Departement Omgeving, de Provincie West-Vlaanderen (dienst Ruimtelijke planning en gebiedswerking) en de projectcoördinatie Contrei. Het team bewaakt de stand van zaken en de vooruitgang van de verschillende acties binnen het strategisch project Contrei. 

In 2021 kwam het IBO twee maal samen. In maart was het momentum om de lopende processen van het complex project Kanaal Bossuit-Kortrijk en het GRUP K-R8 beleidsmatig af te stemmen. Beide projecten bevonden zich in de afrondingsfase van een specifieke stap binnen het proces. Bovendien is er ook overlap tussen beide plangebieden. De resultaten van het ontwerpend onderzoek met betrekking tot de regionale ontwikkelingspool luchthaven Kortrijk-Wevelgem werden voorgelegd en het plan van aanpak voor de volgende stappen werd afgestemd op het IBO in december 2021. 

Projectvoorstel strategisch project Scheldebekken 

Leiedal diende in 2021 een voorstel voor een nieuw strategisch project ‘Scheldebekken’ in na afstemming met hogere besturen, Natuurpunt en de betrokken lokale besturen. Het project focust op de realisatie van reeds bestemde natuur in de Scheldevallei en een verwevenheid van landbouw en natuur in het uitgebreidere Scheldebekken, tot aan de heuvelkam van het interfluvium. Het projectgebied omvat delen van Kortrijk, Zwevegem, Avelgem, Anzegem en Spiere-Helkijn. 

Regionale onthardingsstrategie 

De voorbije jaren kon Leiedal met steun van de Vlaamse overheid werken aan het strategisch project ZeroRegio, met als doel de regio ruimtelijk aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering en de eigen bijdrage tot de klimaatverandering tot nul te herleiden. In dat kader werd de regionale onthardingsstrategie opgemaakt om de doelstellingen uit het beleidsplan te actualiseren en te realiseren. Om tegen 2040 onder het Vlaamse gemiddelde te zakken, zal er in Zuid-West-Vlaanderen ongeveer 550 ha onthard moeten worden (18 m² per inwoner). 

In de regionale onthardingsstrategie deelde Leiedal de regio op in zes typegebieden. De analyses en strategieën werden telkens geïllustreerd met een aantal goede praktijkvoorbeelden en ontwerpend onderzoek. Via GIS-analyse werd het potentieel voor ontharding per typegebied zo veel mogelijk berekend en in kaart gebracht.  

De onthardingsstrategie werd in 2021 afgerond, op verschillende overlegfora toegelicht en door nagenoeg alle lokale besturen goedgekeurd. Ook vanuit de Vlaamse overheid, andere regio’s, kabinetten, pilootprojecten, … ontstond er bijzonder veel interesse voor deze regionale strategie. Gewapend met deze strategie zal Leiedal samen met haar partners actief zoeken naar middelen en subsidies om tot uitvoering op het terrein over te kunnen gaan. Ook in de eigen projecten past Leiedal deze strategie toe.  

Bouwshift 

Leiedal startte in 2021 met het kortlopende pilootproject BRV ‘Bouwshift’, gesubsidieerd door het Departement Omgeving. Hierbinnen werd een regionale strategie uitgewerkt rond ruimtebeslag(risico) en kansen tot verdichting. Tegelijk werd de ruimtemonitor wonen van 2014 geactualiseerd. Ten slotte onderzocht Leiedal een aantal pilootcases, onder meer in het licht van planologische ruil. 

Circulariteit 

De vraag naar ruimte om te ondernemen in onze regio blijft het aanbod overstijgen. Daarom bedenkt Leiedal innovatieve oplossingen om creatief om te gaan met de beperkte beschikbare ruimte. Binnen het Interreg NSR-project Circ-NSR dat circulariteit nastreeft, stelde Leiedal een multidisciplinair expertenteam aan om een blauwdruk voor een verticaal bedrijfsgebouw te ontwikkelen met aandacht voor architectuur, technieken en stabiliteit, duurzame waterhuishouding, gedeelde mobiliteit, de levenscyclus van materialen en hernieuwbare energiesystemen. Het consortium TRANS-FALLOW-BC-ARCADIS-CONNECT-RASSCHAERT voert het onderzoek uit in opdracht van Leiedal. Een eerste tussentijds rapport werd inmiddels opgeleverd, het eindrapport wordt eind 2022 verwacht.  

De Blauwe Ruimte 

Het Blauwe Park van de Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai is de herkenbare vertaling van een grensoverschrijdende continuïteit die het blauw-groene netwerk van waterlopen vormt en zo een verbindend element vormt over de grenzen heen. De website met een cartografisch overzicht van projecten werd verder geactualiseerd aan de nieuwe ontwikkelingen en aangevuld met extra informatie. Leiedal verzorgde de backend en cartografie van deze website.  

Leiedal werkte actief mee aan de Summerschool die de Eurometropool begin september organiseerde met Roubaix als uitvalsbasis. Een team van ontwerpers in opleiding bestudeerde drie pilootgebieden (Schelde, Canal de Roubaix en Leie) en werkte een aantal inrichtingsvoorstellen voor de toekomst uit. Het voorbeeld van de Gaverbeek toont dat de ideeën die ontstaan tijdens deze ontmoetingen, kunnen leiden tot effectieve kwalitatieve inrichtingen aan de waterkant. 

In het najaar 2021 kon de Blauwe Ruit, de fietslus van 90 km centraal in het Blauwe Park officieel worden ingereden. Leiedal stond in voor het ontwerp van de signalisatieborden en de opmaak van een kaart die gratis werd verdeeld via allerhande toeristische kanalen. Daarnaast werd in het kader van TRIPOD II (Interreg Fra-Wall-Vla) een catalogus gefinaliseerd voor ruimtelijke ingrepen op het parcours van de Blauwe Ruit en werden doorkijkvensters geplaatst op strategische locaties. De acties rond Wereldwaterdag, het recreatief fietsen, culturele uitwisseling en de Blue Walks werden verder, ondanks de beperkingen door corona, verdergezet. 

Bekkenwerking 

Leiedal nam ook in 2021 deel aan het bekkenoverleg van de Leie en de Bovenschelde. Het derde stroomgebiedbeheersplan werd in 2021 afgerond met een openbaar onderzoek. Het geeft de doelstellingen en maatregelen weer voor een goede toestand van het oppervlakte- en grondwater, met aandacht voor zowel overstromingen als droogte en klimaatsverandering. Via de overlegstructuren gaf Leiedal mee input. De bekkenwerking werd ook toegelicht op het intergemeentelijk overleg dat Leiedal initieerde. Specifiek voor de West-Vlaamse gemeenten binnen de Bovenschelde werd in samenwerking met Leiedal een ontmoeting georganiseerd in het oud zwembad van Spiere-Helkijn gericht op verdere samenwerking tussen de verschillende actoren in het waterbeheer. 

Voor het Leiebekken liep in 2021 een thematisch traject naar het tegengaan van droogte en de beschikbaarheid van water. Leiedal volgde ook de opmaak van het afwegingskader voor prioritair watergebruik op. 

Valys 

Het project Valys (Interreg Fra-Wall-Vla) voor de ontwikkeling van een grensoverschrijdende Leievallei als groen-recreatieve as van Armentières tot Deinze, werd verlengd tot maart 2022. Corona zorgde evenwel voor een moeilijke samenwerking met de Franse partners. Op het terrein konden de Vlaamse gemeenten verder werken aan de realisatie van hun groenprojecten aan de Leie of beekvalleien als de Heulebeek. Leiedal werkt in samenwerking met de Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai verder aan de transformatie van de Leieparkkaart tot een Valys-kaart. In 2021 werden daartoe verdere afspraken gemaakt met de partners binnen Valys.  

Riviercontract Heulebeek 

Na de ondertekening van het Charter voor de Heulebeek in 2020 volgde een participatietraject om acties en maatregelen te detecteren die bijdragen tot een klimaatbestendig waterbeleid voor de Heulebeek. Dat leverde een reeks voorstellen op die in samenspraak met de diverse actoren vertaald werd in effectieve engagementen die in een riviercontract werden opgenomen. In 2021 werd het riviercontract gefinaliseerd met 26 acties waarvan Leiedal betrokken is bij vier acties. Leiedal maakt deel uit van de stuurgroep en zorgt voor een integrale benadering via een doorstart van het project Heerlijke Heulebeek. Het riviercontract zal begin 2022 formeel ondertekend worden. 

Water+Land+Schap Gaverbeek 

Op basis van de geïntegreerde visie op de Gaverbeek (2018) keurde de Vlaamse overheid een projectvoorstel goed binnen de oproep Water+Land+Schap. Dat landinrichtingsproject voorziet 500.000 euro Vlaamse steun voor lokale inrichting in het bekken van de Gaverbeek. Leiedal treedt op als facilitator van de lokale coalitie van landbouwers, gemeenten, waterloopbeheerders en andere actoren. De demoprojecten voor waterbekkens en erosiebestrijding werden evenwel niet goedgekeurd. Op 4 februari 2021 werd in samenwerking met Inagro een infomoment over erosie georganiseerd voor landbouwers in de gemeenten Anzegem, Kortrijk en Zwevegem. Binnen de begeleiding vanuit de 

Vlaamse Landmaatschappij (VLM) werd nagegaan om in het verder traject van Water+Land+Schap andere onderbouwde maatregelen in te dienen. De mogelijkheid om een landinrichtingsplan op te maken voor een deelgebied werd bekeken en afgestemd met de leden van de coalitie. Binnen het goedgekeurde PDPO-project ‘klimaatadaptatie door water- en bodembeheer in het interfluvium’ is er opnieuw ruimte om extra in te zetten op de doelstellingen en potenties vanuit dit Water+Land+Schap. 

Vanuit Water+Land+Schap kreeg Leiedal de opportuniteit aangeboden via de VLM om het recht van voorkeur uit te oefenen op 5 ha landbouwgrond aan de Slijpbeek in Deerlijk. Leiedal heeft deze kans benut om een grondpositie te verwerven en deze percelen op een strategische manier in te zetten in het kader van water- en bodembeheer. In samenspraak met de gemeente Deerlijk worden de concrete mogelijkheden bekeken naar een toekomstig gebruik en inrichting. 

PDPO-project Klimaatadaptatie door water- en bodembeheer binnen het Leie-Schelde interfluvium door samenwerking 

Leiedal heeft in het kader van de PDPO-oproep rond ‘omgevingskwaliteit en vitaliteit van het platteland’ de handen in elkaar geslagen met Inagro en Boerennatuur om een projectvoorstel in te dienen dat gericht is op een duurzaam beheer van de (agrarische) open ruimte. Binnen het project bundelen 

Leiedal, Inagro en Boerennatuur Vlaanderen, met steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), de Vlaamse overheid en de provincie, de krachten om, samen met provincie en gemeenten, de landbouw robuuster te maken op vlak van water- en bodembeheer.  

De drie organisaties zetten in op draagvlakverbreding en begeleiding van landbouwers en gemeenten tot het niveau van uitvoering. Het gaat specifiek om laagdrempelige acties met betrekking tot erosiebestrijding, maatregelen voor het ophouden van water en het ontharden van landelijke kernen. Er wordt hierbij gefocust op het gebied ten zuiden van de E17 en ten noorden van de Schelde in de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Spiere-Helkijn, Waregem en Zwevegem. Op 18 november 2021 werden eerste infomomenten georganiseerd in Moen en Anzegem voor de belangrijkste doelgroep, zijnde actieve landbouwers.

Lokale visievorming en planning

Leiedal ondersteunde de lokale besturen in 2021 bij de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke beleidsplannen, masterplannen, lokale detailhandelsstrategieën en ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Ruimtelijke beleidsplannen 

De Vlaamse codex ruimtelijke ordening heeft een nieuwe planfiguur ‘ruimtelijk beleidsplan’ geïntroduceerd. Een ruimtelijk beleidsplan bestaat uit een strategische visie en uit één of meer beleidskaders die samen het kader aangeven voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. De strategische visienota bevat de visie op lange termijn voor de ruimtelijke ontwikkeling. Beleidskaders beschrijven onder meer hoe en met wie de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt gerealiseerd. Het beleidsplan wordt omkaderd door onderzoeksrapporten, beleidsacties en monitorings- en evaluatierapporten. 

Vanuit Leiedal is er in 2021 gewerkt aan enerzijds de voortrajecten voor ruimtelijk beleidsplannen en anderzijds aan de opmaak van het Beleidsplan Ruimte voor Kortrijk. 

In het voortraject werd onderzocht welke ruimtelijke doelstellingen het gemeentebestuur voor de toekomst heeft. Er werd bekeken of die doelstellingen nog passen in de visie uit het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Indien er tegenstrijdigheden waren tussen de ruimtelijke doelstellingen en de bepalingen uit het GRS, moest er een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan worden opgemaakt. Als er geen tegenstrijdigheden zijn, konden ook andere instrumenten worden ingezet om de ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het traject maakte duidelijk welke acties de gemeente daartoe kan ondernemen. Indien er werd overgegaan tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan, 

werd afgebakend wat er al dan niet in dat plan moet worden opgenomen. In 2021 liepen er voortrajecten voor Anzegem, Avelgem, Harelbeke en Lendelede.  

De stad Kortrijk heeft reeds beslist om een ruimtelijk beleidsplan op te maken. Leiedal ondersteunt dit traject door te garanderen dat de regionale visies en strategieën worden vertaald in het Beleidsplan Ruimte Kortrijk. Daarnaast staat Leiedal in voor de opmaak van beleidskaders rond de open ruimte in het zuiden van Kortrijk en voor de omgeving van Hoog Kortrijk. 

Masterplannen 

In 2021 ondersteunde Leiedal verschillende gemeenten bij de opmaak van een masterplan voor delen van hun grondgebied. De opmaak van een masterplan is het middel bij uitstek om actiegericht en in cocreatie aan ruimtelijke visievorming te doen. Door het uitwerken van een kwalitatieve structuur en die onmiddellijk te concretiseren in projecten op het terrein wordt de visie tastbaar wat participatie en draagvlak bevordert. 

Masterplan Wevelgem 

Wevelgem werkte een masterplan uit voor het centrum. Het gemeentebestuur deed daarvoor een beroep op de capaciteit en de kennis van Leiedal. De intercommunale neemt onder meer de rol op om de onderhandelingen te voeren met het oog op de aankopen, om aanvullend ontwerpend onderzoek uit te voeren en procesmatige begeleiding aan te bieden. De ontharding van de Campusomgeving is mede dankzij de bekomen subsidies, een eerste deelproject binnen het masterplan dat op korte termijn gerealiseerd zal worden.  

Masterplan GBS Hoogstraat Wevelgem 

Leiedal is aangesteld voor de opmaak van een masterplan voor de gemeentelijke basisschool in de Hoogstraat in Wevelgem. Het betreft de opmaak van een langetermijnvisie voor de ontwikkeling van de schoolsite binnen het bouwblok tussen de Hoogstraat, Lode de Boningestraat, Brugstraat en de N8. De gemeentelijke sporthal op de huidige zwembadsite zal in de toekomst verdwijnen en de gemeentelijke basisschool heeft een nieuwe sportzaal nodig op eigen terrein. De academie voor beeld, momenteel in het voorgebouw in de Hoogstraat, wordt geherlokaliseerd. De gebouwen aan de straatkant op de site komen hierdoor vrij voor gebruik door de school. De school heeft ook behoefte aan een grotere eetzaal, een zichtbaarder onthaal, een duidelijke hoofdingang, een ruimere en groenere speelplaats… Deze vragen werden beantwoord bij de opmaak van een masterplan voor de site op basis van een workshop met Els Nulens. Dit resulteerde in een uitgewerkt document waarmee AGION-subsidies kunnen aangevraagd worden en waarmee op korte termijn een nieuwe sporthal gebouwd kan worden die past binnen de langetermijnvisie.  

Masterplan Deerlijk  

Leiedal stond in voor ontwerpend onderzoek in het kader van een ruimtelijk-strategische toekomstvisie voor de gemeente Deerlijk. Die toekomstvisie gaat in op ruimtelijke vraagstukken zoals de verdichting in de centra en dorpen, de toekomstvisie op verkavelingen, de toekomst van onbebouwde woonuitbreidingsgebieden, de structurele verbetering van het trage wegennet, de ruimtelijke opwaardering van de centra, dorpen en gehuchten, de blauw-groene dooradering van de gemeente, de samenhang tussen strategische projecten etc. Na de eerste workshop in 2020 organiseerde Leiedal in 2021 een 2de interne workshop met afgevaardigden van de gemeente en het ontwerpbureau plusoffice. De resultaten van de workshop werden voorgesteld aan het college van burgemeester en schepenen en de Gecoro (gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening). Finaal werden de resultaten van beide workshopmomenten opgewerkt en gebundeld in een einddocument. 

Masterplan Avelgem 

In 2020 doorliep Leiedal een voortraject voor het ruimtelijk beleidsplan voor Avelgem. Op basis van dit voortraject besloot de gemeente om van start te gaan met masterplanning, om zo op een geïntegreerde en participatieve manier tot een ruimtelijke visie te komen. Het masterplan voor Avelgem ging van start in 2021, het masterplan voor de deelgemeenten volgt dan in 2022. Deze ruimtelijke visies kunnen nadien, indien wenselijk, vertaald worden in een ruimtelijk beleidsplan. Het college van burgemeester en schepenen wil met dit traject onderzoeken hoe Avelgem zich in de toekomst kan ontwikkelen tot een aangename, leefbare gemeente waarbij de inherente kwaliteiten van de gemeente 

meer naar boven kunnen komen. Er bewegen op vandaag heel wat zaken in de gemeente (verkoop van bepaalde panden, bouw nieuwe scholencampus, men denkt na over een gebundelde cultuursite, …) en tegelijkertijd wordt men geconfronteerd met enkele prangende uitdagingen, zoals de impact op de leefbaarheid in het centrum door de passage van de Doorniksesteenweg en de Oudenaardsesteenweg. Aan de masterplannen werd tevens een participatietraject gekoppeld om deze uitdagingen te vertalen naar visieplannen voor een aantal concrete strategische projecten. 

Masterplan Hoog Kortrijk 

Met een masterplan voor Hoog Kortrijk wil het stadsbestuur een robuust kader met ruimtelijke principes garanderen om zo ruimtelijke ontwikkelingen op Hoog Kortrijk op een strategische manier te kunnen (bij)sturen. Het ruimtelijk ontwikkelingskader gaat uit van vier ambities, met name: inzetten op multimodale ontsluiting, slim en kwalitatief verdichten, uitwerken van een robuuste groene drager en het geïntegreerd aanpakken van de weginfrastructuur. De bedoeling is om deze ambities geïntegreerd aan te pakken om zo de ontwikkelingspotenties van de verschillende deelzones op Hoog Kortrijk te bepalen. Gezien het belang van afstemming met het GRUP K-R8, werkte de stad Kortrijk hiervoor nauw samen met de projectcoördinator van het strategisch project (Leiedal).  

Visievorming zonevreemde bedrijven Zwevegem 

Leiedal werkte in 2020 voor Zwevegem een methodiek uit voor het definiëren van de ontwikkelingsperspectieven van zonevreemde bedrijven waarvoor een tiental jaar geleden sectorale bijzondere plannen van aanleg (BPA) werden opgemaakt. Veel van die bedrijven zijn paarse sproeten en liggen vaak in de open ruimte. Vanuit de algemene ambities rond de bouwshift, reconversie en verweving werd voor die locaties een afweging gemaakt met de focus op bedrijfslocatie en -methodiek. Dat resulteerde in 2021 per bedrijf in een ontwikkelingsvoorstel en randvoorwaarden voor de toekomstige ontwikkeling.  

Begeleiding ruimtelijke uitvoeringsplannen 

Leiedal begeleidt de lokale besturen bij de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP). In 2021 liepen er in totaal 39 RUP’s.  

Leiedal begeleidt ook de uitvoering van de vereenvoudigde procedure waarbij het herzien of opheffen van verouderde inrichtingsvoorschriften van BPA’s en gemeentelijke RUP’s mogelijk is via een vereenvoudigde procedure. Deze herziening of opheffing kan alleen betrekking hebben op inrichtingsvoorschriften waarbij het ruimtelijk rendement verhoogd wordt en kan geen wijziging inhouden van de (hoofd)bestemming van een gebied, noch kan het leiden tot een kleinere oppervlakte aan openbare groen- of recreatievoorzieningen. 

Lokale visie detailhandel 

Binnen het project KI:SS werden de specifieke uitdagingen van het handelsapparaat in de kernen onderzocht. Het project focuste op kernversterking in de gemeenten in samenwerking met de Provincie West-Vlaanderen, Unizo en Leiedal. Een van de werkpakketten betrof het bouwen aan een afgebakende ondernemingsvriendelijke kern. Binnen dat pakket werd een lokale visie detailhandel uitgewerkt voor gemeenten uit de regio die hiervoor interesse hadden. Er werd een economische en ruimtelijke analyse van de bestaande toestand gemaakt. Daarna organiseerde Leiedal focusgroepen met het bestuur en de handelaars. Het eindresultaat omvatte een reeks aanbevelingen voor het lokaal 

bestuur om detailhandel in de kern te ondersteunen. Er werd een ruimtelijke analyse gemaakt van de bestaande toestand voor de gemeenten Anzegem, Wevelgem, Waregem, Wervik en Deerlijk.    

  

In het voorjaar van 2021 werden de analyses van Harelbeke, Kuurne en Avelgem voorgesteld aan het lokale bestuur. In de tweede helft van het jaar werden er enkele focusgroepen georganiseerd. Daarnaast werden ook interviews afgenomen met vastgoedontwikkelaars en supermarktketens in functie van de uitwerking van het masterplan van Wevelgem.  

Groenplan Waregem 

Het in 2020 opgestarte Groenplan werd in 2021 inhoudelijk uitgewerkt. Het doel van het Groenplan is het vergroten van het groengevoel, de groenbeleving en bereikbaarheid van de groenzones in de bebouwde delen. Inhoudelijk steunt het Groenplan dan ook op drie belangrijke pijlers: (1) een kwaliteitsinjectie binnen (bestaande) groenzones, (2) een kwalitatieve uitbreiding van bestaande en nieuwe groenzones en (3) het verhogen van de kwaliteit en densiteit van het netwerk door middel van portalen (toegangen vanuit en naar de groenzones) en schakels (belangrijke punten/oversteken op het netwerk). 

Na het bepalen van de focus (de bebouwde delen van de drie deelgemeentes en Nieuwenhove) werd de analyse op verschillende domeinen uitgevoerd. Om de huidige kwaliteit en kwantiteit van de groenzones te kunnen peilen voerde Leiedal een terreinstudie uit. Daarnaast maakten ook een literatuurstudie, een analyse van de structurerende elementen (zowel de infrastructuren, trage wegen als ecologische structuren) op grote schaal als een kwantitatieve groenbehoeftestudie deel uit van de analyse. Tot slot werd voor ieder deelgebied een SWOT-analyse opgemaakt die de huidige toestand van het groen in de deelgebieden duidelijk omschrijft. 

Op basis van deze analyse werd enerzijds een visie opgemaakt op grote schaal en een visie per deelgebied. De focus lag op het ontwikkelen van een veilig en groen netwerk dat de verschillende groenzones met elkaar verbindt. Per deelgebied werden de portalen en schakels aangeduid alsook een aantal te nemen acties (ontharding, kwaliteitsinjectie, lineair groenelement …). Binnen de scope van het Groenplan werd per deelgebied ook één actie in een praatplan gegoten. Met dit praatplan kan de stad de uitvoering van deze actie bespreken met de actoren en de realisatie op het terrein mogelijk maken. Als laatste stap werden alle acties in een tijdshorizon gegoten in samenspraak met de 

verschillende stadsdiensten, verenigingen en adviesraden. Het is de ambitie om iedere actie op korte, middellange of lange termijn tot uitvoering te brengen.  

Mobiliteitsplannen 

Naast het regionale mobiliteitsplan in opmaak binnen de vervoerregio startten heel wat gemeenten ook een herziening van hun lokale mobiliteitsplannen op. Leiedal werkte verder aan de in 2020 opgestarte herziening van het mobiliteitsplan in opdracht van Harelbeke, waarbij volop ingezet wordt op leefbare wijken en het realiseren van een modal shift ten voordele van voetgangers en fietsers. Ook met de gemeenten Deerlijk, Anzegem en Kuurne werd gestart met de herziening van hun lokale mobiliteitsplan, met éénzelfde focus op leefbaarheid en modal shift.  

Daarnaast werden verschillende mobiliteitsonderzoeken opgestart, kaderend binnen de uitvoering van lokale mobiliteitsplannen of binnen grotere masterplannen, strategische projecten of processen. Zo deed Leiedal onderzoek naar veilige fietsverbindingen via ongelijkgrondse kruising met grote infrastructuren in Wevelgem (fietsbrug over A19) en Kortrijk (fietsbrug over Beneluxlaan, fietstunnel onder N8). De mobiliteitsimpact van ruimtelijke ingrepen werd ingeschat in Wevelgem (centrum Gullegem en omgeving campus). In Deerlijk werd onderzoek gedaan naar de herinrichting van de Sint-Rochusstraat en de Cassinastraat en diens gevolgen tot de circulatie. Hiervoor werden verschillende scenario’s en hun mobiliteitsimpact uitgewerkt en afgewogen. Voor Wervik werd onderzoek gevoerd naar de creatie van fiets- en voetgangersveilige oversteken ter hoogte van de Beselarestraat. Voor Anzegem werd een startnota uitgewerkt om onderzoek te voeren naar fietsveilige maatregelen op een landelijke weg (Materzeelstraat).