Mix van instrumenten

meetinstrument, lat en potlood op plan

In 2021 is opnieuw gewerkt met een veelheid aan planologische instrumenten. Behalve de bekende instrumenten hanteren, focussen we ook op het verkennen van en experimenteren met een vernieuwd instrumentarium:  

  • Stedenbouwkundige lasten 
  • Open ruimte strategie 
  • gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan 
  • Verkennen van de mogelijkheden rond financiële verevening in het kader van planologische ruil 
  • Hemelwater- en droogteplan 

Stedenbouwkundige lasten Kuurne en Deerlijk 

De lokale besturen Deerlijk en Kuurne dienden in 2020 samen een projectvoorstel in binnen de projectoproep “pilootprojecten BRV” voor de opmaak van een intergemeentelijk reglement stedenbouwkundige lasten. Na goedkeuring werd er in 2021 met de ondersteuning van Leiedal een intergemeentelijk reglement uitgewerkt dat in februari 2022 zal worden voorgelegd aan de gecoro’s, de provinciale diensten ruimtelijke planning en vergunningen en het Departement Omgeving. 

De gemeenten Deerlijk en Kuurne hechten een groot belang aan de goede ruimtelijke ordening en een kwaliteitsvolle en duurzame leefomgeving. Door hun ligging in de verstedelijkte band rond de Leie is er een grote verdichtingsdruk merkbaar. Dit heeft een belangrijke impact op de identiteit en de ruimtelijke structuur van de kernen van deze gemeenten. Door de ligging in het regionaalstedelijk gebied Kortrijk wordt ook verondersteld dat de gemeenten plaats bieden voor voldoende voorzieningen en economische activiteiten. Het lokaliseren van dergelijke activiteiten in of bij de kern van de gemeente zorgt voor een positieve impact op vlak van kernversterking en beleving in de kern. Het is echter 

opmerkelijk dat er binnen deze voorzieningen en activiteiten de laatste jaren een enorme schaalvergroting is ontstaan. Daardoor werden er voor die activiteiten steeds vaker locaties gezocht buiten de kern. Deze tendens heeft ten eerste een negatieve impact op de beleving in de kern maar zorgt ook voor een verhoging van de mobiliteitsdruk in de gemeente. Daarnaast nemen dergelijke grootschalige activiteiten vaak heel wat ruimte in beslag en dit zowel door bebouwing als door verharding.  

Dit betekent echter niet dat de gemeenten kwalitatieve verdichting en economische activiteiten op daarvoor geschikte locaties willen verbieden. Er wordt echter gestreefd naar een evenwicht tussen die verdichting enerzijds en voldoende kwalitatieve publieke, klimaatbestendige en/of ecologisch waardevolle ruimte anderzijds. Dit leidde ertoe dat beide gemeenten een ruimtelijke toekomstvisie hebben uitgewerkt waar onder andere in opgenomen is waar nog verdichting mogelijk is en hoe de kwaliteit van de leefomgeving in de gemeente kan worden geoptimaliseerd. 

De ruimtelijke toekomstvisie dient verder verfijnd uitgewerkt te worden in concrete projecten en in ruimtelijke instrumenten. Door de toename van het ruimtebeslag en het aantal huishoudens wordt het steeds moeilijker om bepaalde taakstellingen met betrekking tot de leefomgeving op een duurzame en kwaliteitsvolle manier te realiseren. Daarnaast zijn de middelen van een lokale overheid ook beperkt. Een strategie voor het toepassen van stedenbouwkundige lasten vormt dan ook een belangrijk onderdeel binnen de uitwerking van de ruimtelijke toekomstvisie. 

Openruimtestrategie Kortrijk-Zwevegem 

In 2021 werkte Leiedal de verkenningsfase van het openruimteplan Kortrijk-Zwevegem af. Het openruimteplan is een gebiedsgerichte en geïntegreerde visie op landschapsontwikkeling in het interfluvium. Het stelt een multifunctioneel gebruik van de open ruimte voorop, met respect voor de huidige gebruikers, en onderzoekt hoe synergiën kunnen ontstaan tussen die ruimtegebruikers. Het openruimteplan kan worden gezien als een van de beleidskaders van het toekomstige ruimtelijk beleidsplan in Kortrijk. Het vormt het grotere kader om in een tweede fase één of meerdere landinrichtingsprojecten te kunnen opmaken. 

Het eindresultaat is een gefundeerde en met verschillende partijen bediscussieerde analyse van het fysische systeem van de open ruimte, die resulteerde in een synthesekaart met vijf fysische eenheden. Voor iedere fysische eenheid werd een SWOT-analyse opgemaakt die naast de volledig uitgewerkte analyse verzameld werd in een bundel. 

In het najaar van 2021 werd de tweede fase van het openruimteplan opgestart: de strategie. Het onderzoek zelf splitste zich op in drie lijnen, voortbouwend op de resultaten van de verkenningsfase van het openruimteplan, met elk hun output. 

  • Verfijnen van de fysische eenheden tot ontwikkelingsperspectieven per fysische eenheid; 
  • Een oppervlakteonderzoek om de lange termijn doelstellingen te bepalen; 
  • Een locatieonderzoek dat leidt tot fasering, projectzone & beleidsinstrumenten.

Verkennen van de mogelijkheden rond financiële verevening in het kader van planologische ruil

InnoFINS staat voor de ‘implementatie van innovatieve financiering voor nature-based solutions in Vlaamse steden’ en is een onderzoeksproject dat prof. Tom Coppens van de Universiteit Antwerpen trekt. Het project werd goedgekeurd en eerste opstartoverleggen werden bijgewoond. De concrete case voor de regio Zuid-West-Vlaanderen wordt begin 2022 geselecteerd in samenspraak met een uitgebreid onderzoeksteam. 

  

Steden dienen een belangrijke rol op te nemen in strategieën voor klimaatadaptatie en –mitigatie. Met het oog op de klimaatverandering is er een groeiende noodzaak aan natuurgebaseerde oplossingen (NBO) om de groene, blauwe en hybride stedelijke infrastructuur te ontwikkelen. Hoewel investeringen in NBO’s erg kosteneffectief blijken te zijn in het bereiken van milieu- en sociale doelen, zijn publieke budgetten vaak ontoereikend. De publieke onderfinanciering staat in schril contrast met de beschikbaarheid van private middelen voor investeringen. Dit project onderzoekt nieuwe verdienmodellen om private investeringen te activeren. In het onderzoeksproject zou Leiedal betrokken worden als ‘cocreator’, samen met de steden Antwerpen, Turnhout en Genk. Dat betekent dat Leiedal dan actief zal meewerken aan een tweetal living labs, de uitwisseling van expertise met het onderzoeksteam, een masterclass en de disseminatie van de onderzoeksresultaten aan de hand van een thematische workshop.  

Klimaatfonds 

Na een eerste verkennend onderzoek voor de gemeente Zwevegem, werd de ontwikkeling van een klimaatfonds regionaal getild. Met dit fonds willen lokale besturen uit de regio samen met burgers en bedrijven projecten realiseren die klimaatvriendelijk zijn, en een maatschappelijke meerwaarde bieden.  De thema’s waarop het fonds zal inzetten zijn klimaatneutraliteit, CO2-reductie, natuur en bos (focus) en hernieuwbare energie (in mindere mate). Het opzet van het Klimaatfonds werd in samenwerking met het Streekfonds (KBS) verder uitgewerkt en geconcretiseerd binnen het subsidieproject EMPOWER 2.0, met als doel formeel op te starten in het voorjaar van 2022.

Hemelwater- en droogteplan 

Sinds 2013 worden lokale besturen door de Vlaamse Regering aangeraden om een hemelwaterplan op te maken. Door de Blue Deal werd dit uitgebreid naar een hemelwater- en droogteplan. Vanaf 2024 zal een gemeentebestuur alleen beroep kunnen doen op watergerelateerde subsidies als ze al beschikt over een hemelwater- en droogteplan.  

In september 2021 bracht de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) een blauwdruk uit met een vernieuwde methodologie voor de opmaak van een hemelwater- en droogteplan. Leiedal verkende op basis van deze methodiek hoe de opmaak van deze plannen vorm kan krijgen in de regio. Hierbij leggen wij een belangrijke focus op het ruimtelijk aspect van het waterbeheer vanaf het moment dat ‘de regendruppel valt’. Met de geïnteresseerde gemeenten wordt de opmaak van een hemelwater- en droogteplan voorzien in het voorjaar van 2022 om deze tegen eind 2023 tijdig te kunnen afronden.