Al sinds de jaren zeventig werkt Leiedal op het Kennedypark op ‘t Hoge. Hoog Kortrijk is intussen een stadsdeel geworden met een uitgesproken netwerk aan dynamische en innoverende ondernemers, onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Met de eerste uitbreiding van het oorspronkelijke kantoorgebouw aan de Kennedylaan in 2014 bestaande uit een ruime foyer, archief- en vergaderruimte, werd de rol als streekhuis kracht bij gezet. Door de recente eigen groei alsook deze van onze huispartners Logo Leieland, zuidwest en in het bijzonder W13 is er nood aan bijkomende, comfortabele werkruimte.
Die nood willen we via zuinig ruimtegebruik aanpakken in relatie tot en op het schaalniveau van de stad en het stadsdeel Hoog Kortrijk, het Kennedypark en in het bijzonder de campus met VOKA en Konvert alsook op het niveau van het gebouw zelf. Binnen de verdichtingsstrategie die de Stad Kortrijk voor Hoog Kortrijk en het Kennedypark voor ogen heeft, werd door Leiedal uitdrukkelijk geopteerd om de footprint minimaal te houden en de hoofdtoegang veeleer te laten aansluiten op het fietspad dan op de Kennedylaan. Leiedal sensibiliseert ondernemingen en werknemers al langer om samen slim naar het werk te gaan en rijdt zo mee in de kopgroep van de modal shift. Het ontwerp is erop gericht om deelmobiliteit te faciliteren met een ondergrondse parking en deelsystemen voor fiets en wagen. Met de voorbeeldfunctie die we willen vervullen inzake ontharding, wordt het terrein dat heden dienst doet als parking straks een groene oase geflankeerd door een middelhoog kantoorgebouw met zeven verdiepingen, 2700 m² kantooroppervlakte, plaats voor 100 tot 150 werknemers en een footprint van amper 400 m²”, aldus Filip Vanhaverbeke, algemeen directeur Leiedal. Het is de bedoeling dat het nieuwe gebouw op 1 september 2023 af is.
Met zuinig ruimtegebruik als uitgangspunt komt slim verdichten erop neer dat je de ruimte die je hebt op duurzame en creatieve manier beter benut. Om een ontwerpteam te kunnen selecteren waarmee we die doelstellingen het best kunnen realiseren heeft Leiedal beroep gedaan op de procedure van de Open Oproep die door de Vlaams Bouwmeester wordt georganiseerd.
Open Oproep van Vlaams Bouwmeester
De Vlaams Bouwmeester lanceerde in 2000 de Open Oproep voor publieke opdrachtgevers. Deze aanpak helpt om ontwerpers te selecteren voor opdrachten op het vlak van architectuur, stedenbouw, landschapsinrichting, publieke ruimte en infrastructuur. De overheidsprojecten waarvoor een ontwerper wordt gezocht via de Open Oproep, worden gegroepeerd en tweemaal per jaar Europees gepubliceerd. Nationaal en internationaal worden architecten en ontwerpers opgeroepen om zich kandidaat te stellen voor een of meer projecten. De Open Oproep is tot op heden een unieke en vernieuwende manier van selecteren en onderhandelen.
De Vlaams Bouwmeester en zijn team begeleidden Leiedal bij de projectdefinitie en zochten mee naar een haalbaar ambitieniveau. In deze opdracht voor een kantoorgebouw van 3000 m² leek het realistisch om een low-tech gebouw te maken naar het voorbeeld van het gebouw “2226” in Lustenau van de architecten Baumschlager & Eberle, dat een gebouw is zonder verwarming, zonder koeling en zonder mechanische verluchting. Daarvoor kunnen we rekenen op de medewerking van Prof. Karen Allacker KULeuven en haar doctoraatstudent Delphine Ramon, die het gebouw “2226” in Oostenrijk bestudeerd heeft. De doelstelling is ambitieus, maar het experiment is haalbaar en zal ons helpen verdere stappen te zetten richting integrale aanpak van duurzaamheid.
Leiedal werkt trouwens al sinds het begin van vorig decennium samen met de Vlaams Bouwmeester via het samenwerkingsverband WinVorm (https://www.winvorm.be/nl/oproep-winvorm/) dat een gelijkaardige procedure aanbiedt aan lokale besturen voor opdrachten met een maximaal ereloon van 214.000 euro excl.btw.
Een gebouw voor de toekomst
Via de Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester selecteerde Leiedal het ontwerpteam van C+S Architects en MMA / Bart Macken Eef Boeckx. De architecten werkten een low-tech ontwerp uit voor een C02-neutraal gebouw dat sterk geconnecteerd is met zijn economische, ecologische en sociale context. Bart Macken en Eef Boeckx lichten toe:
We need the tonic of wildness...
At the same time that we are earnest to explore and learn all things, we require that all things be mysterious and unexplorable... We can never have enough of nature.
Henry David Thoreau, Walden: Or, life in the woods
Duurzaamheid wordt vaak op een te simplistische manier (met behulp van superpresterende glazen gevels, green-wash of een heleboel fotovoltaïsche panelen op het dak) losgekoppeld van de context. We zijn ervan overtuigd dat het moet gaan over een stap terugzetten. Terug naar de essentie van het bouwen met een minimum aan technische installaties en een maximum aan comfort. Ons ontwerp voor de nieuwe kantoren voor Leiedal in Kortrijk, de winnende inzending van de internationale wedstrijd georganiseerd door de Vlaams Bouwmeester en Leiedal, vertegenwoordigt onze visie op een low-tech ontwerpbenadering.
Op zoek naar het DNA van het terrein, vinden we de restanten van wat schijnbaar ooit een bos was met een kreek. Tot midden jaren '70 was de 'Vanneste' hoeve (een vierkantshoeve omsloten door een ringgracht en windsingel) het enige gebouw op de akkers die nu het Kennedypark vormen.
Het ontwerp voor de nieuwe kantoren voor Leiedal slaat een brug met de geschiedenis van deze plek, niet alleen rekening houdend met de fysieke en historische transformaties van de site, maar ook met de kennis, vaardigheden en economische ontwikkeling van het gebied. Eind 19de eeuw groeiden naast de vlas- en katoennijverheid de steen- en pannenbakkerijen in de streek rond Kortrijk uit tot een belangrijke industrietak. We willen daarom gebruik maken van baksteen op een innovatieve manier.
Belangrijke elementen in ons voorstel zijn o.a. de restanten van de oude ringgracht rond de vroegere hoeve, traditionele baksteenconstructie, carbon neutrale oplossingen, het minimaal terugvallen op technieken en het nieuwe masterplan dat inzet op fietsverbindingen.
Het eerste concept kwam voort uit de studie van de plattegrond van het Engelse kasteel, een centrale open ruimte met logistieke kamers in de dikke muur errond. De dikke muurmassa is een ideale thermische buffer terwijl de natuur op een overweldigende manier het gebouw binnendringt.
Volgens hetzelfde principe komen we tot een centrale open ruimte met daarrond een 70 cm dikke gevel die werkt als een massieve thermische massa van recuperatiebaksteen aan de buitenzijde en een isolerende snelbouw monobloc aan de binnenzijde, afgewerkt met een kalkpleister. De vloeren worden opgebouwd uit traditionele baksteengewelfjes.
De mantel van het gebouw, die de logistieke functies bevat, is opgevat als een 'intelligente overgang' tussen landschap en constructie, tussen buiten- en binnentemperatuur, tussen natuur en artefact. De centrale kantoorruimte, een grote open ruimte van 15 x 15 m, kan flexibel ingedeeld worden en snel inspelen op veranderende condities. Gangen of verloren circulatie worden vermeden, informele ontmoetingsplekken gedeeld.
In de dubbele buitenschil bevinden zich vergaderruimten, kitchenettes, trappen, lift, bergruimten, sanitair, en schitterende dieperliggende terrassen die ingepalmd worden door groen. Door de hoge terrassen dieper in het gebouw te brengen verkrijgen we een ideale daglichttoetreding. Ze zijn het resultaat van een proces in overleg met onze bouwfysische adviseurs om een balans te vinden tussen voldoende thermische massa en het filteren van een teveel aan stralingswarmte in de zomer. De buitenschil draagt op een logische manier bij tot een low-tech gebouw.
Boven de inkomzone toont de dikke buitenmuur zijn hybride karakter door een claustra in metselwerk die tegelijk een transparante filter vormt tussen buiten en binnen maar ook de toegang accentueert vanaf het fietspad.
Het gelijkvloers wordt opgevat als een 'urban piazza' voor de campus, in directe relatie met het fiets- en wandelpad. Het interieur is een open ruimte in baksteen waarrond opnieuw de logistieke ruimten geschrankt zijn. Twee verplaatsbare installaties bepalen de centrale ruimte: een koffiebar en een systeem met akoestische plooiwanden die de conferentieruimte afbakenen voor 50 bezoekers, ook als in de ruimte eromheen andere activiteiten plaatsvinden.
De tuin, ontworpen door Jan Minne, presenteert zich als een oase van ongeveer 3000 m² in het stedelijk buitengebied. Er ontstaan uiteenlopende, specifieke en karaktervolle sferen. De seizoenen worden zichtbaar en tastbaar door uitbundige kleuren en geuren. Met een overvloed aan ruimte voor persoonlijke fantasie, die het toelaat op een heel intense manier de vervaging van de grenzen van de private en publieke wereld te beleven.
Het nieuwe gebouw voor Leiedal is met zijn dikke bakstenen mantel een gebouw voor de komende 200 jaar: ingenomen door zijn bewoners en planten, wordt het een metafoor voor een zoektocht naar een nieuw evenwicht met de natuur.
Toekomstplan voor Hoog Kortrijk
“Hoog Kortrijk is de voorbije decennia uitgegroeid tot het kloppend hart van bedrijvigheid met tal van regionale functies, de vele kantoorontwikkelingen, een sterk uitgebouwde dienstensector, de onderwijscampussen. Tegelijkertijd zijn er talrijke uitdagingen: de aanpak van de mobiliteit, de vele bouwaanvragen, de trambus die een vlotte verbinding moet garanderen. Daarom wordt gewerkt aan een toekomstplan dat de specifieke identiteit van Hoog Kortrijk scherp zet. Dat plan zullen we binnenkort voorstellen. De nieuwe kantoren in opdracht van Leiedal passen perfect binnen deze ambitie van sterke architectuur, zuinig ruimtegebruik, bouwen in de hoogte en kantoren in een parkomgeving” vervolledigt Wout Maddens, voorzitter van Leiedal en schepen voor stadsontwikkeling.
Op de hoogte van het Hoge
Neem poolshoogte van wat er leeft op Hoog Kortrijk en teken via www.leiedal.be/hoog-kortrijk in op de nieuwsbrief.
Meer informatie?
Filip Vanhaverbeke
algemeen directeur Leiedal
056 24 16 16
filip.vanhaverbeke@leiedal.be
C+S Architects + MMA / Bart Macken Eef Boeckx
www.mma.be
Transsolar / Daidalos Peutz / Ingenium / VIBE / Ney & Partners / Jan Minne Gardenist
Carlo Cappai, Maria Alessandra Segantini with Alice Cecchini (http://web.cipiuesse.it), Roman Joliy, Alessandra Lione (C+S Architects), Eef Boeckx, Bart Macken with Nikias Verschraegen (MMA), Tommaso Bitossi (Transolar), Friedl Decock (Daidalos Peutz), Joost Verstraete (Ingenium), Mieke Vandenbroucke (VIBE), Jeroen Vander Beken (Ney & Partners), Jan Minne Gardenist